Opbouw training;
- Kinderen die jou opvallen
- Kinderen die extra zorg vragen
- Ontwikkelingstaken en behoeften van het kind
- Wanneer is de ontwikkeling van een kind opvallend en wanneer is er sprake van zorg?
- De zorg delen met ouders.
“Waar het kind zwak is, moet de omgeving sterk zijn”
Een kind dat opvalt, een lastig kind, een druk kind. Is dat wel zo, of is er meer aan de hand?
Om te weten of er sprake is van zorg is het van belang inzicht te hebben van de ontwikkelingsfases, taken en behoeften van het kind en de eventuele kritische factoren hierin. Hoe ontstaat bepaald gedrag? Wat houdt een kind bezig? Maar vooral wat heeft het kind in elke ontwikkelingsfase nodig en hoe kun jij dit als pedagogisch medewerker bieden. Het zelf ervaren door te kijken naar (eigen) behoeften en fase gaan we in op wat ieder nodig heeft.
Bij de ontwikkeling van kinderen op diverse gebieden onderscheiden we de ontwikkelingsfases en taken die het kind zou moeten beheersen in een bepaalde leeftijdsfase. Wordt dit overschreden en of niet behaald dan kunnen dit signalen zijn dat de ontwikkeling niet goed verloopt. Wat een kind ook doet, de omgeving is altijd van invloed op zijn gedrag. Soms is die invloed heel sterk. Bijvoorbeeld een kind heeft iets meegemaakt thuis of op school en zoekt nu op de BSO rust en ontlading maar door de dagelijkse praktijk is hier niet altijd de aandacht voor. Het escaleert en het kind krijgt op zijn kop. Hoe begeleidt je een kind en ouder in dit proces?
Niet altijd alles is wat het lijkt. Een jongen van groep 7 die voortdurend anderen loopt uit te dagen, aan tafel tijdens eten omgekeerd zit, tegendraads gedrag vertoont. Is hij wel lastig? Na verder onderzoek blijkt het om een verdrietig kind te gaan. Een jongen die in groep 7 is blijven zitten. Een jongen in een fase waarbij hij zijn identiteit ontwikkeld, een fase waarbij vrienden erg belangrijk zijn, erbij horen, zelfbeeld. Met het blijven zitten, hoort hij nergens bij. Zijn oude groep gaat verder, schaamte, onzekerheid. Lastig Nee!!! Verdrietig, bang? JA!!! Hoe prik je hier doorheen en hoe ga je hier als pedagogisch medewerker mee om.
Een kind van 2 die herhaaldelijk bijt. Is dit opvallend of een zorg? Wat heeft dit kind nodig, en hoe kan jij als PM het kind hierin begeleiden?
Je hebt samen met je collega een kind geobserveerd en tot de conclusie gekomen dat je je zorgen maakt om dit kind. En nu? Dan moet je opeens een gesprek voeren met een ouder en dit gaan vertellen. Hoe breng je op een bedachtzame, empathisch en zorgvuldige wijze deze zorg over naar de ouder?
Het contact met ouders is een belangrijk onderdeel van je werk als pedagogisch medewerker. Wil je kinderen goed kunnen begeleiden, dan moet je iets weten over hun achtergrond. Het is nodig om kinderen te begrijpen. Samen met ouders deel je een stukje van de opvoeding van hun kind. Dat vraagt om begrip, samenwerking en overleg. Alleen als je een goed contact hebt met de ouders kun je de kinderen optimaal begeleiden.
Deze training is aan te passen op zowel de doelgroep kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang, waarbij de uitdaging voor oudste kinderen uitgebreid in mee genomen kan worden.
De training kan op maat aangepast worden. Een training verzorgen op een studiedag behoort ook tot de mogelijkheid.